De jongere broer van mijn man, Masashi, die als ronin bij mij moest wonen, beschermde me toen hij de pot liet vallen. Gewond aan de hand vroeg Masashi-kun mij om seksuele therapie met een kuchi-hond, die vol schuldgevoelens was en alles wilde doen. Het gezegde: Als het maar een Kuchi-hond is, is het geen overspel.